• Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact
Academische Werkplaats AMPHIAcademische Werkplaats AMPHI
  • Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact

Infectieziekten en vaccinatie

Home InfectieziektebestrijdingInfectieziekten en vaccinatie

Op deze pagina vindt u meer informatie over de onderzoeksprogramma’s op het gebied van infectieziekten en vaccinatie

Lopend onderzoek

Determinanten van vaccinatieacceptatie bij reformatorische vrouwen ter bescherming van hun ongeboren of pasgeboren kind

Binnen de reformatorische gezindte bestaat er meer vaccinatietwijfel en is de vaccinatiegraad aanzienlijk lager dan in de rest van Nederland, met als gevolg dat er met enige regelmaat infectieziekteuitbraken voorkomen. Verschillende van deze infectieziekten kunnen gevaarlijk zijn voor zwangere vrouwen en/of voor ongeboren of pasgeboren baby’s.

Het onderzoeksproject, wat gestart is in 2017, bestaat uit een kwalitatief en kwantitatief onderzoek waarin we in kaart brengen we hoe het besluitvormingsproces van vrouwen met een reformatorische achtergrond eruit ziet en wat zij nodig heeft om tot een besluit te komen. In het onderzoek richten we ons enerzijds op de maternale kinkhoestvaccinatie en anderzijds op de screenings- en vaccinatiebereidheid van vrouwen bij mazelen en rodehond. De dataverzameling is uitgevoerd in 2017, 2018 en begin 2019, voorafgaand aan de invoering van de maternale kinkhoestvaccinatie in het RVP eind 2019.

Kwalitatief onderzoek naar besluitvorming bij maternale kinkhoestvaccinatie
De publicatie van het kwalitatieve onderzoek over de maternale kinkhoestvaccinatie “Decision-making on maternal pertussis vaccination among women in a vaccine-hestitant religious group: Stages and needs” schets in een raamwerk de verschillende fasen van het besluitvormingsproces. Vijfentwintig reformatorische vrouwen uit verschillende kerkgenootschappen (OGG, GGiN, GG, HHK, CGK en PKN) hebben deelgenomen aan een diepte-interview, een online groepsgesprek of beide. De data-analyse liet zien dat het besluitvormingsproces van deze vrouwen bestaat uit een oriëntatiefase en een overdenkingsfase.

De oriëntatiefase omvat de informatiebehoefte en behoefte van vrouwen om met anderen in gesprek te gaan over de vaccinatie. De meeste vrouwen lezen in deze fase de ontvangen informatie van hun verloskundige of een andere zorgverlener en gaan vervolgens zelf actief naar informatie die zij belangrijk vinden; bijvoorbeeld inhoudelijke informatie over kinkhoest of de kinkhoestvaccinatie, en religieuze/ethische standpunten over de vaccinatie. Vrouwen wilden de vaccinatie vooral met hun echtgenoot bespreken, maar ook met ouders, zussen, vriendinnen of andere zwangere vrouwen, of in een persoonlijk gesprek met hun zorgverlener.

Naast de oriëntatiefase constateerden we een overdenkingsfase, waarin de vrouwen verschillende waarden afwegen die voor hen belangrijk zijn in hun besluit;  verantwoordelijkheid als ouder, geloofsovertuiging en gezondheid.

Vrouwen vonden het belangrijk dat hun uiteindelijke besluit weloverwogen was en dat het een besluit was waar zij en haar echtgenoot samen achter konden staan.

Het inzicht in de verschillende fases van de besluitvorming kan zorgverleners helpen om reformatorische vrouwen te ondersteunen in hun besluitvormingsproces. We adviseren zorgverleners om alle vrouwen te informeren en voldoende tijd te bieden voor de besluitvorming.

Resultaten
Artikel: Decision-making on maternal pertussis vaccination among women in a vaccine-hestitant religious group: Stages and needs

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Anne de Munter, PhD Student Radboudumc. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van RIVM regio gelden.

Welke factoren beïnvloeden de dalende HPV-vaccinatiegraad en wat kunnen de GGD’en daar aan doen?

In 2010 werd de HPV-vaccinatie voor 12-jarige meisjes ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Sinds de invoering is de vaccinatiegraad al vrij laag, maar de laatste jaren is deze nog sterker gedaald, naar een landelijke vaccinatiegraad van 45,5% in 2017. Lokale verschillen zijn groot,
maar gemeenten met een lage HPV-vaccinatiegraad liggen zeker niet allemaal in de Bible Belt, waarvan bekend is dat er religieuze bezwaren leven tegen vaccinatie in het algemeen.

Om meer inzicht te krijgen in factoren die de HPV-vaccinatiegraad op regionaal niveau beïnvloeden gaan we starten met een multilevel-database onderzoek onder de geboortecohorten 1999, 2001 en 2004. In de studie wordt gekeken welke demografische factoren en factoren op het gebied van vaccinatie-acceptatie, levensbeschouwing en politieke voorkeur van invloed zijn op de HPV-vaccinatiestatus. Door drie verschillende jaartallen mee te nemen in de analyse kan gekeken worden naar verschillen en overeenkomsten door de tijd. Ook worden doelgroepen gedefinieerd die geassocieerd zijn met een lagere HPV-vaccinatiegraad.

Met de uitkomsten van het onderzoek kunnen GGD’en en gemeenten nagaan welke doelgroepen in hun regio sterk vertegenwoordigd zijn en hier hun voorlichting en vaccinatiecampagnes beter op afstemmen.
Tevens kunnen de resultaten van de studie gebruikt worden voor vervolgonderzoek onder de doelgroepen met een lage vaccinatiegraad waarbij gekeken kan worden naar de specifieke zorgen, wensen en informatiebehoefte van deze doelgroepen. Dit kan aanknopingspunten bieden voor gerichte interventies om de vaccinatiegraad te verbeteren.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Anne de Munter en Helma Ruijs (GGD Gelderland-Zuid) in samenwerking met de afdeling Epidemiologie en Surveillance van het RIVM. Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door Jeannine Hautvast.

Aandacht voor vaccinaties en infectieziekten op de middelbare school in combinatie met vaccineren op de schoollocatie: haalbaar, gewenst en leidend tot bewuste besluitvorming?

De algemene vaccinatiegraad in Nederland is de laatste jaren aan het dalen. Hoewel de vaccinatiegraad voor alle vaccinaties daalt, is de afname voor HPV (Humaan Papilloma Virus) opvallend. Bij invoering van deze vaccinatie in 2010 was de vaccinatiegraad onder 14-jarige meisjes 56%. In 2017 was de HPV-vaccinatiegraad gedaald naar 45,5%, een verdere afname met 8% t.o.v. het jaar daarvoor (RIVM-rapport 2018-2008). Uit voorlopige cijfers (RIVM 2019) blijkt dat er in 2018 voor het eerst geen verdere daling te zien is in de HPV-vaccinatiegraad in Nederland. Dit wijst echter nog steeds op een lage vaccinatiegraad. Ook de opkomst voor de meningococcen vaccinaties was in sommige gemeenten in West-Brabant niet zo hoog (in 2018 varierend van 61% tot 92%).

Het doel van het onderzoek is te exploreren op welke manier een interventie met schooleducatie over vaccinaties en aanbod van vaccinaties in de middelbare schoolsetting gewenst en haalbaar is en of deze kan bijdragen aan een goed geïnformeerde en bewuste keuze rond vaccineren door adolescenten.

De volgende vragen komen in ons onderzoek aan bod:

  • Draagt schooleducatie over vaccinaties bij aan een geïnformeerde keuze van vaccinatie (of intentie tot vaccinatie) bij adolescenten?
  • Wordt aanbod van vaccinaties op school door adolescenten en ouders als gewenst, en door docenten en GGD als haalbaar gezien?

Er zal een pilotstudie uitgevoerd worden op 3 middelbare scholen in diverse gemeenten in West-Brabant.

Als pilot zullen op de scholen 2 interventies uitgevoerd worden:
a.     Biologieles aan 12 jarigen over vaccinaties
b.     HPV aanbod op school.

Om te meten of er een verandering in geïnformeerde keuze ontstaat bij leerlingen door het volgen van de vaccinatie les, zal de geïnformeerde keuze via een vragenlijst zowel voorafgaand aan de les gemeten worden als ook 4 weken nadien. Dit wordt gescoord op basis van: kennis. attitude en overweging (vragenlijst gebaseerd op Lehmann et all. 2017). Deze vragenlijst zal worden afgenomen bij de meisjes tijdens een les op school.

Om de mening van ouders en leerlingen over de gewenstheid van het informatie- en vaccinatie aanbod op school te meten, zullen de vaccinatie aanbod leerlingen en hun ouders daar 2 weken na moment van vaccinatie aanbod een vragenlijst over ontvangen. Bij de jongens zal alleen een vragenlijst worden afgenomen m.b.t hun mening over de lessen.

Om de mening van GGD en school over de haalbaarheid van het vaccinatie-aanbod op school te meten, zullen zij daar 2 weken na de vaccinaties over worden geïnterviewd.

Het onderzoek wordt gefinancierd vanuit het programmabudget van het project Regionale Ondersteuning van het RIVM.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Esther Lodder, projectleider en arts Maatschappij en Gezondheid, Francis Konings, arts Maatschappij en Gezondheid GGD en Geert van dijk, arts Maatschappij en Gezondheid GGD. Allen werkzaam bij GGD West Brabant. Met ondersteuning van de Academische Werkplaats AMPHI.

Afgerond onderzoek

BMR-vaccinatiegraad van asielzoekerskinderen in GGD-regio Gelderland-Zuid

Inzicht in de bof-mazelen-rode hond (BMR) vaccinatiegraad is essentieel voor de infectieziektebestrijding, zeker gezien de toename van mazelen in Europa. De BMR-vaccinatiegraad onder asielzoekerskinderen in Gelderland-Zuid werd onderzocht voor basisimmuniteit (ten minste één BMR) en up-to-date zijn (een of twee doses, afhankelijk van de leeftijd). Tevens werd onderzocht welke asielzoekerskinderen niet (voldoende) gevaccineerd waren en is de registratie bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (Praeventis) vergeleken met die bij de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg (DDJGZ)).

Uit Praeventis werden vaccinatiegegevens verzameld van asielzoekerskinderen die tussen 2013 en 2016 als asielzoeker naar Nederland zijn gekomen, bij dataverzameling 0 tot 19 jaar oud waren, in de regio Gelderland-Zuid woonden en die in zorg zijn bij de GGD Gelderland-Zuid jeugdgezondheidszorg.

Meer dan 95 % van de asielzoekerskinderen was gevaccineerd tegen bof, mazelen en rodehond (basisimmuniteit). Dit betekent dat deze groep goed beschermd is tegen mazelen. Wel was de vaccinatiestatus van oudere asielzoekerskinderen (12 tot 19 jaar) en asielzoekerskinderen uit Eritrea en Ethiopië minder vaak up-to-date dan die van andere asielzoekerskinderen (OR = 0,3). Volgens Praeventis was de vaccinatiestatus van 84,0 % van de asielzoekerskinderen up to-date. Volgens het DDJGZ was dit 91,7 %.

Het advies aan de jeugdgezondheidszorg is om extra aandacht te besteden aan de vaccinatie van asielzoekerskinderen van 12 tot 19 jaar en asielzoekerskinderen uit Eritrea/Ethiopië.

Resultaten
Artikel BMR-vaccinatiegraad van asielzoekerskinderen in GGD-regio Gelderland-Zuid

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek is uitgevoerd door Carsten van Rossum, Nynke Nutma, Emilie Ruiter, Helma Ruijs en Alma Tostmann

Wie heeft de mazelen gemist?

Bij mazelenepidemieën in Nederland is het merendeel van de patiënten niet gevaccineerd vanwege religieuze bezwaren tegen vaccinatie. Tijdens mazelenepidemie van 2013/2014 viel op dat de gemiddelde leeftijd van de patiënten hoger was dan bij de voorgaande epidemie (in 1999/2000). Ook waren onder mensen die ouder waren dan 14 jaar meer ziektegevallen dan onder mensen jonger dan 14 jaar. Mensen ouder dan 14 jaar waren al geboren voor de epidemie van 1999/2000, maar hebben die epidemie gemist, want een mazeleninfectie biedt levenslange bescherming. Bij mazelen op (jong) volwassen leeftijd, is het risico op complicaties en ziekenhuisopnames verhoogd.

Doel van ons onderzoek was het identificeren van factoren die samenhangen met het missen van mazelen tijdens een epidemie. Anders gezegd: wat zijn risicofactoren voor het niet krijgen van mazelen tijdens een epidemie en dus voor het krijgen van mazelen tijdens een latere epidemie.

We hebben een patiënt-controle onderzoek uitgevoerd met een online vragenlijst. Patiënten waren reformatorische jongeren (geboren in 1988-1998), die tijdens de mazelenepidemie in 2013/2014 bij GGD’en zijn gemeld (n=204). Controles waren reformatorische jongeren (geb. 1988-1998) die als kind mazelen hebben gehad (epidemie 1999/2000) (n=563). Patiënten zijn benaderd door de GGD waar ze gemeld waren. Controles zijn benaderd via reformatorische (sociale) media, verschillende reformatorische middelbare scholen en de sneeuwbalmethode.

De analyse werd uitgevoerd in twee leeftijdsgroepen omdat schoolgang een grote invloed heeft op het oplopen van een mazeleninfectie. De eerste groep jongeren, geboren in 1996-1998, waren tijdens epidemie in 1999/2000 baby of peuter en gingen dus nog niet naar school; de tweede groep jongeren, geboren in 1988-1995, wel. Risicofactoren voor het missen van mazelen bij baby’s en peuters (n=391) waren het niet hebben van oudere broers/zussen, niet wonen in de Bible Belt en behoren tot een minder conservatief reformatorisch kerkgenootschap. Schoolgaande kinderen (n=376) met een verhoogd risico op het missen van mazelen waren kinderen die niet woonden in de Bible Belt en/of niet naar een reformatorische basisschool gingen.

Uit dit onderzoek kunnen we concluderen dat minder conservatieve reformatorische jongeren een hoger risico hebben om mazelen te missen en op hogere leeftijd nog vatbaar te zijn. Uit eerder onderzoek bleek dit juist de doelgroep te zijn die meer bereid is tot vaccinatie. Medische professionals die te maken hebben met deze doelgroep, bijvoorbeeld op consultatiebureaus, reisvaccinatiecentra of arbodiensten, kunnen hen erop wijzen dat ze mogelijk nog vatbaar zijn voor mazelen en uitleg geven over de mogelijkheid van inhaalvaccinatie.

Resultaten
Artikel: Risk factors for persisting measles susceptibility: a case-control study among unvaccinated orthodox Protestants
Meer informatie leest u in de presentatie van het project.

Betrokken medewerkers
Dit project wordt uitgevoerd door Helma Ruijs en Anne de Munter-Mulder (beiden GGD Gelderland Zuid) met een subsidie uit het RIVM Regiobudget.

Prikki: Preventie van kinkhoest bij zuigelingen

Prikki

Olga Visser, onderzoeker bij AMPHI en arts infectieziektebestrijding bij GGD regio Utrecht, onderzocht factoren die ervoor zorgen dat zorgverleners en ouders een kinkhoestvaccinatie accepteren om jonge baby’s te beschermen tegen kinkhoest. Vervolgens heeft ze met behulp van Intervention Mapping een pilot vaccinatieprogramma ontwikkeld, dat aansluit op de meest relevante en veranderbare factoren. Visser’s onderzoek naar acceptatie van vaccinatie kan ook worden toepast bij andere vaccinatievraagstukken.

Bewuste beslissing over vaccinatie
Visser toonde aan dat goede informatie voor zorgverleners en ouders niet voldoende is om een bewuste keuze te maken over een kinkhoestvaccinatie. Veel van hen vinden het moeilijk om de beschikbare informatie op waarde te schatten en konden deze niet goed gebruiken om een keuze te maken. “Ze hebben veel aandacht voor het feit dat niet alle informatie waar is, maar doordat foutieve informatie vaak herhaald wordt, is het lastig om alle informatie te wegen,” aldus Visser. Zorgverleners en ouders vonden het behulpzaam om bij het maken van hun keuze in gesprek te gaan met anderen in een vergelijkbare situatie.
Naast de verwerking van informatie zijn ook ervaring en vertrouwen belangrijke thema’s in het keuzeproces. Visser: “Eerdere ervaringen met vaccinatie of de betreffende ziekte kleuren het beeld dat mensen hebben van de vaccinatie. Ook mensen die eerder in aanraking kwamen met een verplicht vaccinatieprogramma waar ze niet helemaal achter konden staan, vertellen dat ze zich aangetast voelden in hun autonomie. Dit leidde bij een volgend vaccinatie aanbod tot extra weerstand.” Daarnaast heeft het vertrouwen dat mensen hebben in de overheid, de wetenschap en de farmaceutische industrie invloed op de acceptatie van vaccinaties.
Om ouders en zorgverleners te helpen bij het nemen van een beslissing over vaccinatie, ontwikkelde Visser een keuzehulp. Daarin worden persoonlijke en professionele waarden als uitgangspunt genomen. Door deze waarden – zoals verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, vrijheid of veiligheid – toe te kennen aan vaccinatie en deze te vergelijken met de eigen waarden kunnen volwassenen beter tot een overwogen beslissing komen.

Maatschappelijke impact
In 2017 bracht de Gezondheidsraad een advies uit om zorgverleners die in direct contact komen met jonge kinderen een vaccin tegen kinkhoest aan te bieden. De minister van Sociale Zaken nam dit advies over en raadde werkgevers aan om hun werknemers dit vaccin aan te bieden. Dit gebeurt echter nog niet vaak. “Voordat mijn keuzehulp kan worden aangeboden om zorgverleners te helpen met hun keuze met betrekking tot vaccinatie, zullen werkgevers ervan overtuigd moeten worden dat ze deze vaccinatie moeten aanbieden aan hun werknemers,” zegt Visser.
Visser onderzocht ook de voor- en nadelen van het vrijwillige vaccinatieprogramma zoals dat nu in Nederland bestaat. Hierin komen belangrijke argumenten naar voren om in de Nederlandse context voorkeur te houden voor vrijwillige vaccinatie. Dit advies is ook onlangs aangeboden aan de Raad van State. Dit sluit aan bij de discussie om kinderdagverblijven toe te staan kinderen zonder vaccinaties te weigeren. Het onderzoek van Visser is niet beperkt tot vraagstukken rondom een kinkhoestvaccinatie voor volwassenen, maar kan veel breder getrokken worden. Visser: “Het ontwikkelde model kan worden toegepast op alle vaccinatievraagstukken en zo leiden tot bewustere vaccinatiekeuzes.”

Resultaten
Proefschrift “Preventing pertussis in early infancy”
Artikel “Cocooning ter preventie van kinkhoest: een haalbare strategie in Nederland?”
Artikel “Intention to Accept Pertussis Vaccination for Cocooning: A Qualitative Study of the Determinants”
Artikel “Assessing determinants of the intention to accept a pertussis cocooning vaccination: A survey among Dutch parents”
Artikel “Assessing determinants of the intention to accept a pertussis cocooning vaccination: A survey among healthcare workers in maternity and paediatric care”

Betrokken medewerkers
Dit promotie-onderzoek wordt uitgevoerd door Olga Visser (Olga.Visser@radboudumc.nl). De begeleiding wordt gedaan door: Jeannine Hautvast, Marlies Hulscher en Koos van der Velden. Het onderzoek is gefinancierd door ZonMw.

Rubellascreening bij zwangere vrouwen door verloskundigen

Rubella kan tijdens de zwangerschap tot ernstige aangeboren afwijkingen leiden bij het kind. Door op antistoffen tegen rubella te screenen kan vastgesteld worden of een zwangere vrouw beschermd is tegen rubella. Aan een niet-beschermde vrouw kan na de zwangerschap vaccinatie worden aangeboden zodat zij bij een eventuele volgende zwangerschap wel beschermd is. Wij onderzochten in Oost-Nederland hoe verloskundigen met rubellascreening omgaan. Iets meer dan de helft van de verloskundigen (57,6%, 95% BI 50,8-64,4) screent elke zwangere ten minste één keer. Een kwart van de verloskundigen screent alleen de risicogroepen (24,6 %, 95% BI 18,7-30,5), de rest screent helemaal niet (17,7%, 95% BI 12,5-22,9). Opvallend is dat zowel verloskundigen die alle zwangere vrouwen screenen als verloskundigen die helemaal niet screenen beide aanvoeren dat dit het standaardbeleid is. Er is kennelijk geen consensus over het screeningsbeleid.

Resultaten
Artikel “Rubellascreening bij zwangere vrouwen door verloskundigen”

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek is uitgevoerd door Helma Ruijs, A. van Harten-Gerritsen, R. Akkermans, H. de Haan-Burggraaf en Jeannine Hautvast.

Kennis en perceptie van waterpokken bij medewerkers GGD'en en consultatiebureaus

Waterpokken is een in Nederland zeer veel voorkomende infectieziekte veroorzaakt door het varicella zostervirus. Op de leeftijd van 5 jaar heeft 97% van de kinderen waterpokken doorgemaakt. De ziekte verloopt over het algemeen mild, ziekenhuisopnames en ernstige complicaties komen relatief weinig voor. Infecties bij immuungecompromitteerden en zwangeren kunnen echter ernstig verlopen.

Er is een vaccin beschikbaar tegen varicella zostervirus en er is discussie gaande of deze vaccinatie al dan niet opgenomen moet worden in het RVP. De Gezondheidsraad heeft advisering over vaccinatie tegen varicella zoster virus opgenomen in haar werkprogramma. Het RIVM brengt in dat kader de ziektelast veroorzaakt door waterpokken nauwkeurig in beeld. Daarnaast start het RIVM in 2012 een onderzoek naar de acceptatie van vaccinatie tegen waterpokken onder ouders. In aanvulling hierop is een onderzoek naar het standpunt van medewerkers in de gezondheidszorg gewenst. Voor kosten-effectiviteitsanalyses is gedetailleerde informatie over de te verwachten acceptatie cq de te bereiken vaccinatiegraad van groot belang en deze wordt onder andere beïnvloed door de opstelling van medewerkers in de gezondheidszorg. Al deze informatie zal door de Gezondheidsraad meegewogen worden in haar uiteindelijke advies.

Deze studie heeft als doel inzicht te krijgen in de kennis over waterpokken van medewerkers van GGD-afdelingen Infectieziektebestrijding en consultatiebureaus, hun perceptie van de ernst van de ziekte en hun attitude ten opzichte van eventuele vaccinatie tegen waterpokken. De resultaten kunnen gebruikt worden om de voorlichting over waterpokken te verbeteren en om de besluitvorming over het al dan niet opnemen van vaccinatie tegen varicella in het RVP te ondersteunen.

Resultaten
Artikel: Negative attitude and low intention to vaccinate universally against varicella among public health professionals and parents in the Netherlands: two internet surveys.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Helma Ruijs (hruijs@ggdgelderlandzuid.nl), arts M&G, GGD Gelderland-Zuid en Nicole Leerssen (voor heen GGD Riviereland) met ondersteuning van Alma Tostmann en Jeannine Hautvast (beiden Academische Werkplaats AMPHI). Het werd gefinancierd door RIVM regio-budget gelden (regio Oost).

Acceptatie van vaccinatie door bevindelijk gereformeerden

Doel van deze studie was om zowel kwantitatief als kwalitatief inzicht te verkrijgen in de acceptatie van vaccinatie door bevindelijk gereformeerden. Eerst werden omvang en vestigingsplaatsen van de verschillende bevindelijk gereformeerde kerken  in kaart gebracht en  onderzocht wat de vaccinatiegraad binnen deze groepering was. Vervolgens  werd geïnventariseerd welke factoren een rol speelden bij de individuele beslissing om al dan niet tot vaccinatie over te gaan en wat de invloed was van medische professionals en religieuze leiders.

De vaccinatiegraad onder bevindelijk gereformeerden is een stuk lager dan onder de rest van de Nederlandse bevolking. Daardoor steken er in de zogenoemde Bible Belt met enige regelmaat epidemieën de kop op van ziekten als bof, mazelen en rodehond. De onderzoekers van AMPHI en de GGD wilden weten of het percentage mensen in deze gemeenschap dat vaccineert in de loop van de tijd aan verandering onderhevig is. Zij stuurden via reformatorische bladen en websites uitnodigingen voor de enquête, en zij spoorden deelnemers aan om zelf bekenden uit te nodigen. Zo deden uiteindelijk bijna duizend mensen tussen 18 en 40 mee. Van hen was 55 procent gevaccineerd. Van hun ouders was dat iets meer dan 40 procent. Ongeveer 65 procent was van plan om (eventuele) kinderen te laten vaccineren, of had dit al laten doen. Deelnemers die zelf gevaccineerd waren, die religieus minder conservatief waren en/of hoger opgeleid waren, lieten vaker hun eigen kinderen vaccineren. Hoe conservatiever de geloofsgemeenschap, hoe lager de vaccinatiegraad. In de meest conservatieve groepen (Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten) was de vaccinatie-graad bij zowel deelnemers als hun ouders rond de 10 procent, en maar 1 op de 5 was van plan zijn of haar kinderen te laten vaccineren.

Resultaten
Proefschrift “Acceptance of Vaccination among Orthodox Protestants in The Netherlands”
Artikel “Increase in vaccination coverage between subsequent generations of orthodox Protestants in The Netherlands”

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd als een promotieonderzoek van Helma Ruijs. Het werd begeleid door Jeannine Hautvast, Marlies Hulscher en Koos van der Velden

Acceptatie van (bof)vaccinatie door studenten

Tussen 2009 en 2012 was er een bofuitbraak gaande in Nederland waarbij voornamelijk universiteitsstudenten getroffen werden. Om meer zicht te krijgen in de determinanten van de bereidheid van universitaire studenten om de BMR vaccinatie te accepteren, werd dit onderzoek uitgevoerd.

Het onderzoek bestond uit twee fasen. De eerste fase bestond uit diepte-interviews met studenten die als kind niet (volledig) gevaccineerd waren, en die nu bewust wel of niet de bof inhaalvaccinatie accepteerden. In de tweede fase werd het relatieve belang van deze determinanten in het al dan niet accepteren van dit aanbod onderzocht, door een online vragenlijst af te nemen bij een representatieve groep universiteitsstudenten.

Resultaten
Artikel “Determinants of students’ willingness to accept a measles-mumps-rubella booster vaccination during a mumps outbreak: a cross-sectional study”

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd samen met Cib-RIVM op basis van een van ZonMw verkregen subsidie. De studie werd uitgevoerd door: Hanneke Donkers, Jeannine Hautvast, Helma Ruijs en Marlies Hulscher. Voor informatie kunt u mailen naar: Jeannine.Hautvast@radboudumc.nl.

Evaluatie van voorlichting over vaccinatie specifiek gericht op de reformatorische gezindte

Ondanks de hoge vaccinatiegraad komen er in Nederland met enige regelmaat epidemieën voor van ziekten als polio, mazelen en rodehond. Deze epidemieën zijn veelal beperkt tot de reformatorische gezindte, een groepering van  250.000 personen waar religieuze bezwaren tegen vaccinatie leven. Om een bewuste keuze te stimuleren en aan de informatiebehoefte binnen de reformatorische gezindte tegemoet te komen is er met subsidie van ZonMw in samenwerking met de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV, een patiëntenvereniging op Bijbelse grondslag) een brochure ontwikkeld voor ouders uit de reformatorische gezindte waarin de religieuze argumenten voor en tegen vaccinatie aan de orde komen.

De brochure werd begin 2013 gelanceerd en in samenwerking met de NPV breed onder de aandacht van de doelgroep gebracht, onder andere via  het NPV-ledenblad en via NPV-bijeenkomsten. De brochure was ook beschikbaar voor medewerkers in de JGZ, ten tijde van de mazelen epidemie in 2013 om mee te geven aan ouders. Met dit evaluatie-onderzoek willen we nagaan of de brochure de doelgroep bereikt, aan hun informatiebehoefte voldoet en invloed heeft op hun besluitvorming.

Resultaten
Link naar “Vaccinatie in de reformatorische gezindte : brochure professionals”
Artikel Increase in vaccination coverage between subsequent generations of orthodox Protestants in The Netherlands

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Helma Ruijs (hruijs@ggdgelderlandzuid.nl), arts M&G, en Henri Spaan (beiden GGD Gelderland-Zuid)  met ondersteuning van Alma Tostmann en Jeannine Hautvast (beiden Academische Werkplaats AMPHI). Het wordt gefinancierd door RIVM regio-budget gelden (regio Oost).

AMPHI is een samenwerkingsverband van:

amphi-footer

© 2021 · Academische Werkplaats AMPHI