• Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact
Academische Werkplaats AMPHIAcademische Werkplaats AMPHI
  • Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact

Hygiëne

Home InfectieziektebestrijdingHygiëne

Op deze pagina vindt u meer informatie over de onderzoeksprogramma’s op het gebied van hygiëne

Lopend onderzoek

Watertappunten op evenementen; maakt het uit waar je het flesje vult?

In 2017 waren er 954 festivals in Nederland met 26,6 miljoen bezoekers. Momenteel wordt er door deskundigen infectiepreventie (DI) verschillend geadviseerd over de situering van watertappunten op (muziek)evenementen. Dit komt onder andere door een onderzoek op Schiphol. Schiphol adviseert reizigers om geen water te tappen bij de wc’s na onderzoek van de kranen. Veel kranen waren besmet, waardoor mensen ziek zouden kunnen worden.

Verschillende adviezen zijn verwarrend en niet wenselijk. Om dit te voorkomen willen we onderzoeken of watertappunten, en water getapt in een ‘vuil’ gedeelte (bij de wc’s), meer gecontamineerd zijn met Enterobacteriaceae (indicatororganisme) dan watertappunten, en water getapt, in een schoon gedeelte. Daarnaast onderzoeken we of de mate van contaminatie toeneemt gedurende het evenement.

We voeren het onderzoek uit bij 2 grote muziekevenementen. We maken een kweekuitstrijk van de kranen (de draai/duwknop en het uiteinde) en nemen een watermonster op 3 momenten: voor het evenement start, halverwege en aan het einde. Vervolgens sturen we dit op naar het laboratorium van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het RIVM.

De eerste stap is nu om een gedetailleerd onderzoeksprotocol op te stellen en evenementen te werven. In het zomerseizoen voeren we het onderzoek uit. De analyse en duiding van de uitkomsten is gepland in de herfst en winter en de rapportage zal gereed zijn in het voorjaar van 2021.

Betrokken medewerkers
De projectgroep bestaat uit Ans Bleumer, Mandy Kruisbergen en Sandra van Dam. Projectadviseurs zijn Ellen van Jaarsveld (AMPHI), Sander Leenders (JBZ) en Harold van den Berg (RIVM).Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun vanuit het programmabudget van het project Regionale Ondersteuning van het RIVM Centrum Infectieziektebestrijding.

Huiselijkheid en hygiënemaatregelen in het verpleeghuis, sluit het één het ander uit?

Het project is gebaseerd op een signaal van deskundigen infectiepreventie werkzaam bij de GGD. In uitbraaksituaties horen zij weleens van verpleeghuisorganisaties dat ze hygiënemaatregelen niet willen of kunnen instellen. Reden daarvoor is dat het niet past bij het gevoel van huiselijkheid in de organisatie. Dit bemoeilijkt het werk van de deskundigen infectiepreventie en kan er voor zorgen dat de uitbraak langer duurt. De vraag is of deze reden terecht is? Ervaren bewoners een conflicterend belang tussen huiselijkheid en hygiënemaatregelen? En denken familieleden daar hetzelfde over? Begrijpen zij waarom hygiënemaatregelen nodig zijn en vinden zij het daarom minder erg?

Ook de mening van zorgmedewerkers en managers van de verpleeghuizen worden meegenomen in het project.

Het doel is om een duidelijker beeld te hebben in hoeverre hygiëne de huiselijkheid mag beïnvloeden en omgekeerd. Door deze informatie weten we beter op welke manier we hygiëne in het verpleeghuis kunnen implementeren en welke belangen er spelen.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Elke den Boogert en Mandy Kruisbergen, GGD Hart voor Brabant, Claudia Greijn van de Academische Werkplaats AMPHI is betrokken bij dit onderzoek. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun vanuit het programmabudget van RIVM regio gelden.

Evaluatie KIDDI

In 2016/2017 is de ‘KIDDI app’ ontwikkeld. Deze app bevat adviezen en geeft normen weer over hygiëne, schoonmaak, ziektebeelden en randvoorwaarden die direct te maken hebben met de uitvoering van het werk in de kinderopvang. Deze informatie is gebaseerd op de richtlijn van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid.

Sinds de lancering is de KIDDI app bijna in totaal 17.000 keer gedownload. Het is niet zichtbaar wie de huidige gebruikers zijn van de app, wie deze app heeft gedownload en wat de frequentie van het individuele gebruik is. Onbekend is dus of de app daadwerkelijk gebruikt wordt door de doelgroep ‘Medewerkers van kinderdagcentra’ en of de app in de behoefte van deze doelgroep voorziet. Deze informatie is van belang voor de verdere verspreiding en verbetering van de app. Om inzicht te krijgen in het bereik en het gebruik en de tevredenheid van en over de app willen we een evaluatieonderzoek uitvoeren.

Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in: het bereik van de app; het gebruik van de app; de waardering van de gebruikers van de app; wat hebben de GGD’en in NL ondernomen om de app bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. De data zullen verzameld worden via: de feedback functie van de KIDDI app zelf; interviews met pedagogisch medewerkers die de app gebruiken; vragenlijsten aan pedagogisch medewerkers die de app niet gebruiken; vragenlijsten aan GGD’en. We streven ernaar in december 2018 de resultaten te kunnen presenteren.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Sabiena Feenstra en Charlotte van Rijssel, GGD Gelderland-Zuid, Jeannine Hautvast van de Academische Werkplaats AMPHI is betrokken bij dit onderzoek.

Infectiepreventie door verloskundigen

Het merendeel van de zwangere vrouwen brengt tijdens de zwangerschap meerdere bezoeken aan de verloskundige. Daarom is de verloskundige de aangewezen persoon om eventuele risicofactoren op het gebied van infectieziekten te signaleren. Het is dus belangrijk dat verloskundigen voldoende kennis hebben over infectieziekten. Uit eerder onderzoek is gebleken dat dit niet altijd het geval is. Of ze hebben voldoende kennis, maar dragen deze niet goed over op zwangeren tijdens het spreekuur. Ook bleek dat er weinig samenwerking is tussen verloskundigen en de GGD.

In een vervolgonderzoek is eerst geïnventariseerd waar de behoeften liggen van verloskundigen en wordt er nu in het kader van een nieuw project een toolkit ontwikkeld met bruikbare materialen voor de verloskundigen. Daarmee kunnen ze aan zwangeren op een efficiënte manier informatie over infectieziekten geven. De toolkit zal de komende maanden worden getest door een aantal verloskundigen en zal begin 2019 in definitieve vorm gepresenteerd worden.

Het project wordt gefinancierd vanuit het programmabudget van het project Regionale Ondersteuning van het RIVM.

Betrokken medewerkers
Dit project wordt uitgevoerd door Rilana Wessel (epidemioloog GGD IJsselland) en Ingeborg Thurkow (GGD Ijsselland) met ondersteuning van de Academische Werkplaats AMPHI

Hoe kunnen basisscholen de hygiëne verbeteren? Inventarisatie en behoeftepeiling

Op basisscholen is er een relatief grote kans op het oplopen en verspreiden van infectieziekten. Dit vanwege het intensieve contact tussen kinderen onderling en doordat kinderen van basisschoolleeftijd nog maar weinig hygiënebesef hebben ontwikkeld. Naast de slechte persoonlijke hygiëne blijkt helaas ook de fysieke omgeving op basisscholen nog niet optimaal. Dit ondanks initiatieven om de hygiëne te verbeteren.

Het doel van het onderzoek is te inventariseren welke hygiëneknelpunten er optreden, welke behoeften er zijn aan ondersteuning bij de verbetering van die knelpunten, en welke producten er zijn om daarin te ondersteunen. We starten met een literatuurstudie naar hygiëne en infectiepreventie op scholen. Daarnaast benaderen we GGD’en met de vraag of zij audits of projecten hebben gedaan op scholen. Vervolgens voeren we door middel van focusgroepen en/of interviews bij directeuren, leraren en leerlingen een behoeftepeiling uit waarbij we inventariseren wat scholen nodig hebben om de knelpunten aan te pakken. Hierbij gaat het onder andere om inhoud, middelen en ondersteuning.

De literatuurstudie en inventarisatie bij de GGD’en wordt uitgevoerd door de GGD Hart voor Brabant, de behoeftepeiling bij basisscholen door de GGD’en Hart voor Brabant, Brabant Zuid-Oost en West Brabant. Het onderzoek wordt gefinancierd vanuit het programmabudget van het project Regionale Ondersteuning van het RIVM.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door GGD Hart voor Brabant, Brabant Zuid-Oost en West Brabant met ondersteuning van de Academische Werkplaats AMPHI. Contactpersoon voor dit project is Maartje Sijbers (GGD Hart voor Brabant).

Verkenning infectiepreventie in de praktijk van de thuiszorg

Infectiepreventie en bestrijding in de thuiszorg is essentieel om de introductie en verspreiding van infecties door de thuiszorg te voorkomen. Tot nu toe is echter weinig bekend over de praktijk van infectiepreventie in de thuiszorg. Het doel van dit onderzoek is daarom om te verkennen hoe infectiepreventie in de thuiszorg gehanteerd wordt en na te gaan door welke gedragskenmerken en lokale gebruiken infectiepreventie beïnvloed wordt. Dit zal in kaart gebracht worden door het uitvoeren van diepte-interviews, groepsdiscussies en observaties. Vervolgens worden met behulp van de methode Intervention Mapping ideeën voor interventies ontwikkeld.

Dit onderzoek “Exploring infection prevention practices and its determinants in home-based care: a behavioural approach to develop future interventions” wordt door ZonMw gefinancierd.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoeker van IQ healthcare van het Radboudumc, onder begeleiding van Dr. Anita Huis en Dr. Getty Huisman-de Waal. Jeannine Hautvast zal het onderzoek vanuit de Academische Werkplaats AMPHI begeleiden. Sabiena Feenstra van GGD Gelderland-Zuid is lid van de externe adviesgroep.

Afgerond onderzoek

Modder- en obstakelruns

In 2017 voerde GGD Hart voor Brabant een onderzoek uit naar de gezondheidsrisico’s voor deelnemers van modder- obstakel- en survivalruns. Bijna 3.000 deelnemers van 17 runs vulden onze vragenlijst in. De risico’s op besmetting zijn klein, maar af en toe is het wel raak!

Een kleine 3% van de deelnemers kreeg maagdarmklachten na deelname, ongeveer 4% kreeg huidklachten en ongeveer 6% liep verkoudheidsklachten op. Blessures zagen we bij ongeveer 5% van de deelnemers, dit betrof voornamelijk knie- en enkelblessures.

Belangrijke risicofactoren: Deelnemers die modder inslikten kregen vaker maagdarmklachten. Huidklachten kwamen vaker voor bij deelnemers die zich na de run niet met stromend leidingwater afspoelden maar eerst in een hottub gingen zitten.

Wat doen we met de resultaten?
De resultaten zijn gepubliceerd in Eurosurveillance. De risicofactoren die uit dit en voorgaand (uitbraak)onderzoek komen hebben we, samen met de GHOR, verwerkt in een factsheet voor organisatoren en voor deelnemers. Daarnaast zijn we in een nieuw RIVM project aan de slag gegaan met het ontwikkelen van materialen voor een voorlichtingscampagne, met de slogan ‘run dirty, stay healthy!’.

Resultaten
Artikel: Risk factors for developing acute gastrointestinal, skin or respiratory infections following obstacle and mud run participation, the Netherlands, 2017
Danielle Oorsprong, arts infectieziektebestrijding in opleiding, hield een blog bij over het onderzoek:
Klaar voor de start
Een project met een zwarte rand

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Elke den Boogert, Danielle Oorsprong en Sandra van Dam met ondersteuning van Alma Tostmann van de Academische Werkplaats AMPHI. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun vanuit het programmabudget van RIVM regio gelden.

Antibiotica- resistentie in de thuiszorg

Antibioticaresistentie is een groeiend probleem. De GGD kan zorgverleners, met name werkzaam buiten de ziekenhuizen, ondersteunen met adviezen om verspreiding van resistente bacteriën te voorkomen. Uit de praktijk blijkt echter dat thuiszorgorganisaties de GGD hiervoor zelden benaderen.
Met het huidige onderzoek werd in kaart gebracht welke ervaringen thuiszorgorganisaties hebben met antibioticaresistentie, welke knelpunten zij zien, welke handvatten zij nodig hebben om er op de juiste manier mee om te gaan en welke instanties/organisaties hen hierbij kunnen helpen.

Uit het onderzoek bleek dat veel thuiszorgmedewerkers behoefte hebben aan meer informatie over antibioticaresistentie, duidelijke protocollen specifiek voor de thuiszorg, betere communicatie met de huisarts en het ziekenhuis en een betere zorgoverdracht van cliënten die drager zijn van een resistente bacterie.

De resultaten van dit onderzoek hebben er inmiddels toe geleid dat het zorgnetwerk antibioticaresistentie GAIN (Gelders Antibiotica en Infectiepreventie Netwerk) is gestart met het ontwikkelen van een scholingsaanbod voor thuiszorgmedewerkers. Tegelijkertijd wordt ook gewerkt aan netwerkvorming en antibioticaresistentie en infectiepreventie op de managementagenda plaatsen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met andere organisaties. Zo is recent bij IQ Healthcare (Eerstelijns geneeskunde, Radboudumc) het onderzoek EXPLORE infectiepreventie in de thuiszorg gestart, waarin wordt geinventariseerd hoe thuiszorgmedewerkers omgaan met infectiepreventie bij cliënten die complexe zorg krijgen. AMPHI en GGD Gelderland-Zuid zijn bij dit project, door ZonMw gefinancierd, betrokken.
Daarnaast worden binnen GAIN momenteel regionale afspraken gemaakt rondom de overdracht van informatie bij overplaatsing van dragers van een resistente bacterie. De thuiszorg wordt hier ook bij betrokken.

Resultaten
Artikel: Antibioticaresistentie bij de thuiszorg

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Dagmar van Nimwegen, Maarten van Mourik en Sabiena Feenstra (GGD Gelderland-Zuid), Marja Terwee en Hans Beks (GGD Gelderland-Midden), onder begeleiding van Academische Werkplaats AMPHI . Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun vanuit het programmabudget van het project Regionale Ondersteuning van het RIVM Centrum Infectieziektebestrijding.

De hygiënestatus van zorgboerderijen

Het aantal zorgboerderijen is de afgelopen jaren enorm toegenomen, van 318 in 1998 naar 1140 in 2011. Omgang met dieren op een zorgboerderij vormt een reëel risico op infectieziekten. Deelnemers van een zorgboerderij kunnen een risicogroep zijn voor een ernstiger beloop van infectieziekten. Door goed hygiënebeleid en optimale bedrijfsvoering kunnen risico’s op infectieziekten worden verminderd.

Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de hygiënestatus van zorgboerderijen met en zonder kwaliteitswaarborg in de provincie Gelderland. Tevens is aandacht besteed aan het opsporen van knelpunten
bij de uitvoering van hygiënebeleid. De hygiënestatus wordt geduid als het geheel van structuurkenmerken van de zorgboerderij en persoonskenmerken van personeel en deelnemers die mede bepalend zijn voor de hygiënische situatie.

Resultaten
Poster: De hygiënestatus van zorgboerderijen

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Manon Pelgrim, Sam Zweers, Toos Waegemaekers en Alma Tostmann.

Handenwasgedrag van bezoekers op kinderboerderijen

Handenwassen na een bezoek aan de kinderboerderij geldt als een belangrijke interventie om transmissie van zoönosen te voorkomen. Toch blijkt uit literatuur dat weinig mensen de handen daadwerkelijk wassen. Wij wilden graag weten welke kenmerken invloed hebben op het handenwasgedrag van bezoekers.

In 2009 en 2010 is bij 594 volwassen bezoekers van 26 kinderboerderijen een mondelinge vragenlijst afgenomen en zijn de boerderijkenmerken in kaart gebracht. Met behulp van lineaire regressie is van verschillende determinanten de associatie met het zelfgerapporteerd handenwasgedrag vastgesteld. Het ging hierbij alleen om het wel of niet handenwassen; de kwaliteit van het wassen is niet nagevraagd.

Van de bezoekers gaf 45% aan de handen te hebben gewassen. Het voorlichtingsbord bij de kinderboerderij bleek van invloed op het handenwasgedrag: van de mensen die het bord hadden gezien wasten 58% (BI
53-63%) de handen tegenover 30% (BI 24-36%) van wie het bord niet zag. Het percentage bezoekers dat de handen waste in 2010 (23%) is opvallend lager dan in 2009 (55%). Dit kan deels verklaard worden door een andere verdeling van de bezoekkenmerken in 2009 en 2010. Toch bleef na correctie een verschil van 28% (BI 16-40%) bestaan. Mogelijk komt dit door een verhoogde aandacht voor hygiëne in 2009 vanwege de pandemie van Nieuwe Influenza A(H1N1).

Kinderboerderijen wordt geadviseerd voorlichtingsbord zo plaatsen dat bezoekers het goed zien.

Resultaten
Publicatie: Klomp J, Siers H, Timmerman-Kok C, Hautvast J. Kenmerken van het handenwasgedrag bij bezoekers van kinderboerderijen. TSG 2013;  5: 277-82.
Poster Een oriënterend onderzoek naar het handenwasgedrag van bezoekers bij kinderboerderijen

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Manon Pelgrim, Toos Waegemaekers, Mieke Wouters en Jeannine Hautvast.

Evidence-based hygiëneadviezen voor uitbraak van gastro-enteritis op een kinderdagverblijf

Uitbraken van gastro-enteritis op kinderdagverblijven komen regelmatig voor. De GGD geeft dan advies over hygiënemaatregelen. Niet alle adviezen zijn wetenschappelijk onderbouwd en ook zijn ze vaak niet uniform. In dit artikel wordt beschreven hoe een evidence-based richtlijn met hygiëneadviezen voor een kinderdagverblijf bij een uitbraak van gastro-enteritis tot stand is gekomen. Hierbij is gebruik gemaakt van de RAND modified Delphi-methode.
Ook wordt de bruikbaarheid van deze richtlijn in de praktijk door kinderdagverblijven besproken.

Resultaten
Artikel: “Een uitbraak van gastro-enteritis in een kinderdagverblijf: de belangrijkste evidence-based hygiëneadviezen op een rij”

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Manon Pelgrim, Toos Waegemaekers, Mieke Wouters en Jeannine Hautvast.

Vlekjes op een kinderdagverblijf. Ontwikkeling en implementatie toolkit exanthemen voor kinderdagverblijven

Er is weinig contact tussen kinderdagverblijven en GGD’en over infectieziekten. Kinderdagverblijven stellen weinig vragen en melden weinig uitbraken aan de GGD. Dit komt mede door het ontbreken van kennis over meldingsplichtige ziekten volgens artikel 26 van de Wet publieke gezondheid. Kinderdagverblijven zijn niet bekend met wat de GGD voor ze kan doen. Uitbraken van vlekjesziekten komen echter vaak voor op kinderdagverblijven. De GGD kan kinderdagverblijven helpen door het voorzien van nuttig advies, bijvoorbeeld over communicatie naar de ouders en eventuele diagnostiek of preventiemaatregelen.

GGD Gelderland-Midden ontwikkelde een toolkit Vlekjesziekten en onderzocht in 2014 het gebruik hiervan door kinderdagverblijfmedewerkers. Het bleek dat de toolkit de zelfredzaamheid van de medewerkers rondom vlekjesziekten verhoogt. Men weet de GGD nu beter te vinden en is beter op de hoogte van het Meldpunt Infectieziekten en de wetgeving over meldingsplichtige ziekten.

Resultaten
Artikel “Vlekjes op het kinderdagverblijf ‘Geen vlek is te gek!’”
Materiaal uit de toolkit is te downloaden van de website van GGD Gelderland-Midden en kan gebruikt worden door andere GGD’en.
Meer informatie leest u in de presentatie van het project.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Maaike Bosschart (Maaike.Bosschart@vggm.nl), arts infectieziektebestrijding (VGGM), met ondersteuning van Toos Waegemaekers (arts M&G, RAC regio Oost) en Alma Tostmann en Jeannine Hautvast (beiden Academische Werkplaats AMPHI). Het werd gefinancierd door RIVM regio-budget gelden regio Oost.

AMPHI is een samenwerkingsverband van:

amphi-footer

© 2021 · Academische Werkplaats AMPHI