• Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • COVID-19
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Gezondheid in ruimtelijke plannen
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact
Academische Werkplaats AMPHIAcademische Werkplaats AMPHI
  • Home
  • Over Amphi
    • Missie en visie
    • Organisatie
    • Medewerkers
    • Scholing GGD
    • Onderwijs
    • Samenwerking
    • Vacatures
  • Infectieziektebestrijding
    • Antibiotica resistentie
    • COVID-19
    • Infectieziekten en vaccinatie
    • Zoönosen
    • Hepatitis B en C
    • Hygiëne
    • Kwaliteit van crisisbeheersing
    • Seksuele gezondheid
    • Surveillance
  • Integraal Gezondheidsbeleid
    • CIAO
    • Gezond Leven in Wijchen Noord
    • Gezondheid in ruimtelijke plannen
    • Verbinding zorg, sport en bewegen
    • PRECURO
    • Wijkanalyses
    • Aliko-studie
    • Klein maar fijn
    • Impact van Covid-19 op laaggeletterden en mensen met een LVB
  • Publicaties & Presentaties
    • Publicaties & Presentaties
      Integraal
      Gezondheidsbeleid
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • Presentaties en posters

    • Publicaties & Presentaties
      Infectieziektebestrijding
      • Wetenschappelijke
        publicaties
      • Populair niet
        wetenschappelijk
      • (Tele)ARENA’S
      • Presentaties & Posters
  • Contact

COVID-19

Home InfectieziektebestrijdingCOVID-19

Op deze pagina vindt u meer informatie over de onderzoeksprogramma’s op het gebied van COVID-19

Lopend onderzoek

Transmissieroute en attack rate bij Sars-CoV-2-uitbraken in bedrijven met arbeidsmigranten

In Nederland vervullen vierhonderdduizend arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa vijf procent van de werkgelegenheid, vooral in essentiële sectoren zoals de logistieke sector, land- en tuinbouw en de voedingsmiddelenindustrie. Dit zijn sectoren die weinig tot geen mogelijkheden bieden om tijdens de SARS-CoV-2-pandemie vanuit huis te werken en waar social distancing vaak belemmerd wordt door lopendebandwerk.
Eerder onderzoek naar SARS-CoV-2-uitbraken in bedrijven waar arbeidsmigranten werken, toonde aan dat er geen verschil is tussen arbeidsmigranten en autochtone werknemers qua infectiebron, aantal contacten en compliance met infectiepreventiemaatregelen (link naar artikel). Wel bleken arbeidsmigranten significant vaker samen te leven met collega’s en waren er aanwijzingen dat het hebben van werknemers in gedeelde huisvesting, een mogelijke voorspeller is voor een hogere attack rate in geval van een uitbraak. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat bij uitbraken in bedrijven waar arbeidsmigranten werken die in gedeelde huisvesting wonen, de attack rate hoger is omdat het aantal besmette werknemers binnen één bedrijf niet alleen wordt toegeschreven aan werkvloer transmissie, maar ook aan gevallen als gevolg van huishoud- en/of community transmissie met introductie op de werkvloer. Whole genome sequencing onderzoek bevestigde dat naast transmissie op de werkvloer er sprake was van verspreiding tussen bedrijven, mogelijk toe te schrijven aan huishoud- en community transmissie.

In het onderzoek wat nu van start gaat, zullen middels dossieronderzoek, gegevens verzameld worden van potentiële voorspellers op bedrijfs- en werknemerspopulatie-niveau (zoals infectiebron, woonsituatie, contacten, compliance met maatregelen) en zal onderzocht worden of er een verband is met de uitkomstmaten attack rate en wijze van transmissie van de uitbraken.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd als onderdeel van de 2e fase opleiding tot arts Maatschappij en Gezondheid.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Laura Boogaard, arts infectieziektebestrijding (i.o. M&G), GGD Gelderland-Zuid. Zij wordt in dit onderzoek begeleid door Dr. Ellen van Jaarsveld (AMPHI)

De mentale en fysieke gezondheid na een COVID-19 besmetting bij personen met en zonder opname in het ziekenhuis

Het is de taak van de GGD om de gezondheid van de bevolking te bewaken, bevorderen en te beschermen. Daarbij heeft de GGD speciale aandacht voor kwetsbare groepen. In het geval van een ramp of crisis (waar een pandemie toegerekend kan worden) komt hier aanvullend een taak bij: het psychosociale hulp (PSH) proces, waarbij de GGD monitort of het aanbod dat er is, de mensen bereikt die psychosociale ondersteuning nodig hebben als gevolg van de ramp of crisis. Het is belangrijk om te inventariseren of mensen die een COVID-19 besmetting hebben doorgemaakt (extra) ondersteuningsbehoefte hebben. In het kader van het PSH-proces kunnen dit verschillende dingen zijn: emotionele en sociale steun, praktische hulp, informatie, zorg etc.

Om in beeld te brengen of positief getesten mensen (extra) ondersteuningsbehoefte hebben, hebben GGD Noord- en Oost-Gelderland en GGD Gelderland-Midden in de periode oktober – december 2020 positief geteste mensen benaderd met behulp van een vragenlijst. Na drie, zes en twaalf maanden zijn dezelfde mensen opnieuw benaderd. In de vragenlijsten zijn – naast de genoemde ondersteuningsbehoefte – verschillende thema’s aan de orde gekomen. We hebben mentale gezondheid, de aanwezigheid van restklachten en de impact hiervan op het dagelijks functioneren nagevraagd, maar ook zijn vragen opgenomen over het draagvlak voor de geldende landelijke maatregelen. Een aantal onderwerpen zijn een maal uitgevraagd omdat dit op dat moment actueel was. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over vaccinatiebereidheid, stigmatisering en het al dan niet houden aan de thuisisolatieperiode en het gebruik van de Coronamelder-app.

Ziekenhuis Rijnstate heeft in dezelfde periode opgenomen en ontslagen coronapatiënten (zowel op de reguliere afdelingen als de IC) op drie momenten een vragenlijst voorgelegd.

Tussen de vragenlijsten van de GGD’en en het ziekenhuis zit de nodige overlap. Dit maakt het mogelijk om de onderzoeksvraag: “Hoe staat het met de mentale en fysieke gezondheid van mensen op korte en langere termijn na  een COVID-19 besmetting , en speelt de ernst van de besmetting (met al dan niet een ziekenhuisopname) hierin een rol?”  te beantwoorden. De resultaten van het onderzoek ondersteunen de GGD’en bij de invulling van hun rol in het PSH-proces. In het najaar van 2022 zijn de resultaten bekend.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoeker van GGD NOG of GGD Gelderland-Midden. Het onderzoek wordt vanuit de GGD’en door Eline van ’t Hoff en Fieke Raaijmakers en AMPHI door Ellen van Jaarveld begeleid. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van RIVM regio gelden.

Wat is de associatie tussen mentale gezondheid en het naleven van leefregels tijdens quarantaine voor COVID-19?

Om de transmissie van COVID-19 te voorkomen, zijn isolatie van geïdentificeerde gevallen en het traceren en in quarantaine plaatsen van contacten in veel landen gebruikt als een belangrijke niet-farmaceutische interventie. De doeltreffendheid van de tracering van contacten kan worden beperkt door een lage naleving van de quarantaine. Tijdens de COVID-19-pandemie zijn studies uitgevoerd om de psychologische gevolgen van quarantaine te begrijpen. De impact van de psychologische gezondheid op de naleving is echter onvoldoende bestudeerd. Om een goede naleving van de quarantaine te bevorderen, is onderzoek nodig naar de rol van de mentale gezondheid op de naleving van de quarantaine.

Het doel van deze studie is om de associatie van mentale gezondheid met de naleving van quarantaine te onderzoeken bij mensen die het advies hebben gekregen om in quarantaine te gaan vanwege COVID-19.

Dit wordt gedaan met een prospectief observationeel cross-sectioneel onderzoeksdesign van februari tot juni 2022.

De studiepopulatie bestaat uit inwoners van GGD Twente, die in nauw contact zijn geweest met een persoon die positief getest is op COVID-19, en daarom een quarantaine advies hebben gekregen. Een proefpersoon moet ≥ 18 jaar zijn om deel te nemen aan het onderzoek.

De uitkomstvariabele is de naleving van quarantainemaatregelen. Dit wordt onderzocht met een expert-reviewed vragenlijst die ontwikkeld is voor deze studie. De onafhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn mentale gezondheid, gemeten door de parameters symptomen van angst, depressie, eenzaamheid en tevredenheid met leven. De andere onafhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn: gender, leeftijd, financiële verliezen, werkloosheid, opleidingsniveau, relatiestatus, duur van quarantaine en type contact.

Deelnemers aan deze studie zullen één vragenlijst ontvangen om aan de studie deel te nemen. De resultaten van dit onderzoek zullen helpen bij het zoeken naar betere ondersteuning voor mensen die in quarantaine moeten om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Marije Boxhoorn, werkzaam bij GGD Twente als Sociaal verpleegkundige infectieziekte bestrijding en Coördinator Bron- en contactonderzoek.  Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door Jeannine Hautvast.

Zorgt een digitaal ondersteund BCO voor een snellere doorlooptijd?

Met de COVID uitbraak hebben we gemerkt dat veel werk in de infectiebestrijding nog handmatig gaat en veel tijd kost. Contacten, locaties, indexen moeten allemaal in beeld worden gebracht om te trachten de uitbraak in te dammen en een verdere verspreiding te voorkomen. Geconfronteerd met dit probleem hebben de onderzoekers de kans gehad om een systeem te ontwikkelen waarmee de burger de GGD kon helpen. De burger kon zelf voor het gesprek diverse vragen invullen waarmee de GGD al voor een groot deel het BCO werk gedaan kreeg door de index. Maar om te onderzoeken of deze manier van werken écht waarde toevoegt voor de infectieziektebestrijding en leidt tot een weerbaardere en toekomstbestendige infectieziektebestrijding, gaan we in dit onderzoek kijken of deze manier van werken leidt tot betere uitkomsten.

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Daan Vermeulen (aios IZB), Stijn Raven (arts M&G IZB) GGD regio Utrecht. Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door Jeannine Hautvast en Ellen van Jaarsveld. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van RIVM regio gelden.

Afgerond onderzoek

Symptomen van "post-acute" en "long-COVID-19" bij patiënten met een milde infectie: een literatuur review

De ernst van symptomen van een COVID-19 infectie variëren sterk tussen patiënten. Na de acute fase van een COVID-19 infectie rapporteert een deel van de patiënten aanhoudende klachten. Huidige onderzoeken richten zich met name op patiënten met een ernstig ziektebeloop die in het ziekenhuis worden opgenomen, terwijl veel minder onderzoek wordt gedaan naar de veel grotere groep patiënten met een milder ziektebeloop die uitsluitend extramuraal wordt behandeld.

In dit onderzoek werd op systematische wijze literatuur gezocht waarin informatie staat beschreven over de aard en de frequentie van aanhoudende klachten bij patiënten met een milde COVID-19 infectie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen post-acute symptomen (klachten die aanhouden na 3 weken) en long-COVID (klachten die aanhouden na 3 maanden sinds de initiële symptomen). In totaal werden 9 relevante artikelen gevonden (search uitgevoerd op 2 februari 2021). Zowel kwantitatieve studies, kwalitatieve studies, klinische lessen en case reports werden geïncludeerd.

De frequentie van aanhoudende klachten varieerde tussen de 10 en 35%. De klachten kunnen worden onderverdeeld in fysieke, mentale en sociale symptomen. Vermoeidheid was het meest beschreven symptoom. Daarnaast worden ook kortademigheid, hoesten, pijn op de borst, hoofdpijn, angst gevoelens, depressieve symptomen, geheugen problemen en verminderde reuk frequent gerapporteerd. Ook werd gevonden dat de aanhoudende klachten grote negatieve consequenties kunnen hebben voor werk en dagelijks functioneren. De wetenschappelijke kwaliteit van de geïncludeerde artikelen echter was middelmatig en met name de informatie over symptomen die aanhouden na 3 maanden was nog beperkt, omdat dit onderzoek begin 2021 werd uitgevoerd.

Concluderend: er zijn aanwijzingen dat een derde van patiënten met een milde COVID-19 infectie aanhoudende klachten ervaart na 3 weken (post-acute symptomen). Er zijn echter te weinig onderzoeksresultaten om iets te kunnen concluderen over aanhoudende klachten na 3 maanden (long-COVID). Om zorgprofessionals te ondersteunen in het begeleiden van patiënten met long-COVID is onderzoek nodig naar aanhoudende klachten na 3 maanden bij patiënten met een milde infectie, waarbij resultaten worden afgezet tegen goede referentie waarden met betrekking tot het voorkomen van de klachten in de algemene populatie.

Resultaten
Artikel: Post-acute and long-COVID-19 symptoms in patients with mild diseases: a systematic review

Betrokken medewerkers
Dit onderzoek is uitgevoerd door Sophie van Kessel, Studente Biomedische Wetenschappen, in samenwerking met Tim Olde Hartman, Peter Lucassen (beiden afdeling Eerstelijnsgeneeskunde , Radboudumc) en Ellen van Jaarsveld (AMPHI, Radboudumc).

COco-studie: SARS-CoV-2 antistoffen bij mensen met niet-medische contactberoepen

De COco-studie is een prospectieve cohort studie naar SARS-CoV-2 antistoffen (seroprevalentie) bij kappers en horecapersoneel. Het doel van de studie is de verspreiding van COVID-19 onder mensen in deze niet-medische contactberoepen in West-Brabant in 2020-2021 te onderzoeken. Er werden 497 deelnemers geïncludeerd. Dit cohort werd een jaar gevolgd, waarbij 4 keer bloed werd afgenomen (N=344 bij 4e meting) om de SARS-CoV-2 antistoffen te meten. Daarnaast werden 3 online vragenlijsten afgenomen: een uitgebreide lijst bij de start van de studie om de achtergrondkenmerken van de deelnemers in kaart te brengen, wekelijkse vragenlijsten om informatie op te halen over gezondheidsklachten en werkomstandigheden, en 1x per 3 maanden werd de wekelijkse vragenlijst uitgebreid met vragen over risico op besmetting buiten het werk (bijv. tijdens uitgaan, thuis, op reis).

Eerste resultaten laten zien dat bij de eerste bloedafname in juni/juli 2020 werknemers in de horeca significant vaker antistoffen hadden in vergelijking met kappers, respectievelijk 14,2% en 8,0%. De seroprevalentie bij kappers was gelijk aan de seroprevalentie bij de algemene bevolking. Deze data suggereren dat mensen werkzaam in de horeca meer risico lopen om blootgesteld te worden aan het SARS-CoV-2 virus dan kappers. Het advies aan o.a. bestuurders en beleidsmedewerkers is om alert te zijn op preventieve maatregelen om de transmissie van het virus in de horeca tegen te gaan.

In de toekomst zullen meer resultaten uit de COco-studie volgen. In een volgend artikel laten we de ontwikkeling van antistoffen gedurende het jaar zien. Factoren als ernst van de klachten en de hoogte van de antistoffen afgezet tegen de tijd tussen de positieve PCR en de positieve antistoffentest worden hierin ook meegenomen. In verdere analyses van de longitudinale data zullen we verdiepend de transmissie van SARS-CoV-2 bij horecapersoneel en kappers evalueren, waarbij we bijvoorbeeld ook het gedrag buiten het werk zullen meenemen om in te schatten wat het verhoogde risico tijdens werk is geweest.

Resultaten
Artikel: SARS-CoV-2 antibodies in employees working in non-medical contact-intensive professions in the Netherlands: Baseline data from the prospective COco-study

Betrokken medewerkers
Contactpersoon voor dit onderzoek is Dymphie Mioch, werkzaam als onderzoeker bij GGD West-Brabant. Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door Ellen van Jaarsveld. Dit onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van RIVM regio gelden.

AMPHI is een samenwerkingsverband van:

amphi-footer

© 2023 · Academische Werkplaats AMPHI